Sinbad de zeeman

Sinbad was, zoals zijn naam al doet vermoeden, een zeeman. Hij zou geleefd moeten hebben tijdens het Kalifaat van Abbasiden, ergens tussen 750 en 1258 na Christus. Tijdens de vele zeereizen welke Sinbad maakte als zeeman, beleefde hij spannende avonturen. Deze verhalen waarvan Sinbad zelf de hoofdpersoon maar ook verteller is, vertonen sterke gelijkenissen met de avonturen van Odysseus. In totaal zijn er zeven sprookjes bekend, en het overkoepelende verhaal van Sinbad is dus feitelijk ook een raamvertelling.

Sinbad verteld elke dag een van zijn spannende verhalen aan een buurtgenoot, in ruil voor 100 gouden dinar. Dit gebeurt nadat de buurtgenoot Sinbad heeft horen klagen over het zware werk dat hij elke dag moet volbrengen.

De eerste reis

Van oorsprong is Sinbad de zoon van een rijke koopman. Na het overlijden van zijn vader erft Sinbad enorm veel geld, maar weet dit al snel te verbrassen. Dit leidt ertoe dat

Sinbad moet gaan werken voor zijn centen, en hij besluit handel te gaan drijven op zee. Na zijn schip volgeladen te hebben zet Sinbad koers naar wat op het eerste oog een eiland lijkt. Nadat zijn bemanning een vuurtje heeft gestookt, blijkt het eiland echter een gigantische vis te zijn. Geschrokken van alle commotie duikt het beest terug het water in, en de bemanning van Sinbad springt in aller ijl terug aan boort van de boot. Sinbad wordt echter in alle commotie achtergelaten in het water, en spoelt uiteindelijk aan op een groen begroeid eiland.

Per toeval redt Sinbad het mythische zeepaard van de koning van het eiland, en wordt hij door de vorst op handen gedragen. Even later meert het schip van Sinbad aan op het eiland, en schenkt hij de koning zijn bezittingen. De koning geeft hem hier zeer kostbare geschenken voor terug, wat Sinbad direct een rijk man maakt. Rijker zelfs dan hij ooit is geweest.