De visser en de djinn
Wanneer een visser op een dag een kruik met zand, een dode ezel, modder, afval en een verzegelde koperen kruik uit het water vist, is dit het begin van een spannend avontuur. Nadat de visser het zegel verbreekt komt er een djinn uit de kruik vrij. Deze djinn heeft zichzelf voorgenomen dat hij degene die hem bevrijd uit de kruik zal vermoorden. Dit uit wraak voor zijn eeuwenlange opsluiting. Een list van de visser weet de djinn terug in de kruik te krijgen, waarna de visser de kruik weer verzegeld.
Na een smeekbede van de djinn laat de visser hem echter weer uit de kruik, en de djinn neemt hem mee naar een meer. Hier vist de visser een gele, blauwe en rode vis op, en wordt naar de sultan van de nabijgelegen stad gestuurd.
De sultan maakt de vissen klaar waarna er een jong meisje verschijnt. Nadat ze weer vertrekt verkolen de vissen direct. De visser moet hierop het meer waaruit de vissen komen tonen aan de sultan. Aan de oever vindt de sultan een geheimzinnig paleis en een jongen waarvan de benen versteend zijn. De sultan dood de jongen en neemt zijn plaats in. Zo weet hij de betovering van de koning ongedaan te maken en de hele stad te bevrijden.