Ali Baba en de veertig rovers
Het verhaal van Ali Baba is pas in de 18e eeuw toegevoegd aan de sprookjes van 1001 nacht. Het is geschreven door Antoine Galland, een Fransman, maar zou zijn oorsprong vinden in het Rode Zeegebied van Soedan in Afrika.
Het verhaal in een notendop
Ali Baba en de veertig rovers verhaalt over Ali Baba en zijn broer Kassim. Ali was gehuwd met een arme vrouw, terwijl Kassim een rijke echtgenote had. Op een dag was Ali getuige van iets dat zijn leven zou veranderen. 40 rovers spraken bij een rotspartij de magische woorden “Sesam open u.”, waarna er een opening ontstond en de rovers in de grot liepen. Ali herhaalde dit nadat de rovers weggegaan waren, en vond talloze schatten die de rovers buit hadden gemaakt. Ali nam zoveel hij kon mee terug naar huis.
Eenmaal thuisgekomen vertelde Ali het verhaal aan Kassim, welke snel richting het rovershol ging om de schatten te stelen. Aangekomen in de grot was Kassim zo overweldigd door de weelde, dat hij vergat wat de magische woorden waren om de deur te openen. Hij zat opgesloten en kon niets anders dan wachten tot iemand de deur weer zou openen. Helaas voor hem waren dit de 40 rovers en werd hij door hen in vieren gehakt.